Meditatie op een gedicht 9

Erik van den Brink

We laten een gedicht resoneren in ons innerlijke landschap.

Het vrije veld

Hier waar het gedicht niet kan komen
de woorden elkaar afstoten als atomen

Dit is wat men noemt ‘het vrije veld’
het kent horizon noch grenzen

Uit de hemel hangen draden, slordig afgehecht
bewegend in de wind (want altijd waait het daar)

Verder beweegt er niets. Een paar losse stenen
slurpen zich vol licht (alle schaduwen verdwenen)

Toch moet het hier ergens zijn, beginnen
wat men later zijn herinneringen noemt

Maar nu nog een toestand waar geen mens
vat op heeft, waarvoor geen woorden zijn:

Een en al onaantastbare luister.

Bernlef, uit ’Voorgoed – Gedichten 1960-2010’ (Querido, Amsterdam, 2012)
In de meditatie maak ik gebruik van een versie die ik ooit had opgetekend. Er bleken een paar woorden uit verdwenen. Hierboven de originele versie.]