Meditatie op een gedicht 7

Erik van den Brink

We laten een gedicht resoneren in ons innerlijk landschap.

– Psalm –

Dan zullen deze geluiden wind zijn,
als ze opstijgen uit hun plek, dan
zullen ze verwaaien, zijn ze wind.

We hebben geademd en onze adem was
als zuchten van bomen om een huis,

we hebben gepreveld en onze lippen
prevelden als een tuin in de regen,

we hebben gesproken en onze stemmen
dwaalden als vogels boven een dak.

Omdat wij onze naam wilden vinden.
Maar alleen de wind weet de plek
die wij waren, waar en wanneer.

© 2007, Rutger Kopland
Uit: Verzamelde Gedichten (1966-2004). Van Oorschot, Amsterdam